Tamme Spoelstra over burgerschapsonderwijs

Tamme Spoelstra werkt als docent-onderzoeker voor het lectoraat Goede Onderwijspraktijken. Hij is medeauteur van verschillende boeken, zoals het recent verschenen Gedachten over leidinggeven aan burgerschapsonderwijs. Daarnaast is hij docent van de post-hbo-opleiding Coördinator burgerschapsonderwijs.

Wat is de kern van burgerschapsonderwijs?

“Er bestaan veel verschillende definities van burgerschapsonderwijs. Een van de belangrijkste elementen is echter dat leerlingen leren: samen te leven, geduld te hebben en elkaar te begrijpen. Samen met anderen vorm je namelijk de samenleving. We leven in een diverse samenleving, waarin geen enkele cultuur dominant is. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren in staat zijn en zich bewust worden van hun mogelijkheden om, samen met anderen, bij te dragen aan deze samenleving en democratie.  We vormen samen Nederland.

Iedereen heeft een eigen visie op de wereld, en sommige onderwerpen kunnen gevoelig liggen. Denk bijvoorbeeld aan de Zwarte Piet-discussie, milieukwesties of gender. Het onderwijs speelt een belangrijke rol in het bespreekbaar maken van deze onderwerpen. Het belangrijkste is dat leerlingen leren met elkaar in dialoog te gaan, want je bent niet alleen op de wereld.

Vanaf het moment dat je geboren wordt, ben je een burger en onderdeel van de samenleving. Naarmate je ouder wordt, ontwikkel je bepaalde visies, beïnvloed door je omgeving. Dit kunnen je ouders zijn, maar ook je school. Een van de taken van het onderwijs is daarom leerlingen voor te bereiden op hun toekomstige rol in de samenleving. Wanneer gevoelige onderwerpen op school niet besproken worden, gaan leerlingen onvoorbereid de maatschappij in.”

Waarom is een coördinator hierbij nodig?

“Een burgerschapscoördinator is hierin essentieel, want niets gebeurt vanzelf. Deze coördinator heeft twee belangrijke taken. De eerste taak is te onderzoeken wat er binnen de doorlopende leerlijn al wordt aangeboden over burgerschap en dit zo nodig aan te passen. De tweede taak is ervoor te zorgen dat de school een mini-samenleving wordt waar leerlingen burgerschapsvaardigheden kunnen oefenen en een houding ontwikkelen die passend is om als burger te functioneren in de samenleving. Dit vergt echter inzet. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat kinderen in aanraking komen met verschillende culturen?

Als deze taken niet gecoördineerd worden en er geen duidelijke visie is, ontbreekt een doordacht onderwijsaanbod. De wet stelt geen inhoudelijke eisen aan burgerschapsonderwijs, maar verwacht wel dat scholen een visie ontwikkelen. Een burgerschapscoördinator speelt hierin een grote rol.”

De post-hbo-opleiding bestaat uit twee modules. Waarom is hiervoor gekozen?

“De post-hbo-0pleiding bestaat inderdaad uit een basis- en een verdiepende module. Met de basismodule willen we docenten die twijfelen over een volledige post-hbo-opleiding alvast een voorproefje geven van het coördinatorschap. Deze module bestaat uit vier bijeenkomsten waarin de basis wordt gelegd. Je ontwikkelt je eigen visie op burgerschap en onderzoekt de visie van je school. Wij sturen niet aan op een specifieke visie; of je nu kiest voor een conservatieve, liberale of progressieve benadering, dat bepaal je zelf. Je krijgt tools aangereikt om op je eigen school concreet aan de slag te gaan om een bepaalde verandering in gang te zetten (mits dat nodig is). Het is dan belangrijk om rekening te houden met wat de inspectie vraagt van burgerschapsonderwijs. Daarvoor moet je een kritische rol aannemen. Welk burgerschapsideaal jaagt als school na en welke rol speel jij daarin als burgerschapscoördinator?

Ben je na de basismodule enthousiast? Dan kun je de verdiepende module volgen om je diploma te behalen. Deze module bestaat uit zes bijeenkomsten waarin we dieper ingaan op de inhoud van burgerschap. We bespreken onderwerpen als: leiderschap, pedagogische verdieping, het aangaan van dialoog en kritisch burgerschap. Dankzij de basismodule is er al een stevige fundering, waarop we verder bouwen. Achteraf zul je merken dat je meer in huis hebt dan de gemiddelde docent die af en toe een krant leest of iets op sociale media voorbij ziet komen. Je mag jezelf een expert noemen en kunt met gezag spreken binnen je school of bestuur.”

Wat is de meerwaarde van deze opleiding voor de praktijk van onderwijsprofessionals?

“Samen met drie andere hogescholen – Marnix Academie, Thomas More Hogeschool en iPabo – hebben we deze post-hbo-opleiding ontwikkeld. Het uitgangspunt is altijd de praktijk, en dan met name jouw eigen praktijkervaring. Daarom is het een vereiste dat je toegang hebt tot die praktijk; want zonder die verbinding kun je de theorie niet toetsen in de praktijk.

Zodra je inzicht hebt in de visie van jouw school, kun je deze koppelen aan de literatuur en onderzoeken hoe je de praktijk (mogelijk) kunt versterken. Dankzij de koppeling met literatuur kom je meer beslagen ten ijs en kun je jouw keuzes beter onderbouwen.

Bovendien werk je samen met onderwijsprofessionals van verschillende scholen, waardoor je in aanraking komt met uiteenlopende visies op burgerschap. Deze mix is enorm leerzaam. Natuurlijk leren deelnemers van ons, maar zeker ook van elkaar.”

Deelnemers worden gestimuleerd om op hun school aan de slag te gaan, maar wat als dit moeilijk gaat?

“In de verdiepende module besteden we uitgebreid aandacht aan mogelijke uitdagingen. Een belangrijk thema hierbij is verandermanagement. Hoe neem je collega’s mee in dit proces? Welke stappen zijn nodig om draagvlak te creëren? Daarom leren we cursisten tools aan over bijvoorbeeld leiderschap, zodat zij collega’s kunnen begeleiden in deze ontwikkeling.

Binnenkort verschijnt er een nieuw boek van Ingrid en mij over dit onderwerp: Gedachten over leidinggeven aan burgerschapsonderwijs in een context van levenslang leren. We kozen bewust voor de term “gedachten”, omdat er niet slechts één juiste manier is om over burgerschapsonderwijs te spreken. Dit boek vormt ook een basis voor onze lessen, waarin we onder andere werken met zogenoemde challenges. Dit zijn opdrachten die deelnemers uitdagen om met hun team na te denken over burgerschap. Want net zoals we onze leerlingen willen prikkelen en verwonderen, geldt dat ook voor onszelf als professionals. Wij willen onze deelnemers helpen om hierin een leidende rol op te pakken.”

Meer weten over dit boek? Klik hier!

Hoe denk je dat de rol van een coördinator burgerschapsonderwijs over vijf tot tien jaar zal zijn?

“De toekomst van de burgerschapscoördinator hangt sterk af van de visie van de school. Ik verwacht dat scholen zich steeds meer zullen moeten verhouden tot de wereld om hen heen. Waar leren vroeger meer geïsoleerd plaatsvond, ga ik ervan uit dat dat in de toekomst zal veranderen.

Vroeger kon een school midden in een wijk staan zonder echt verbonden te zijn met die wijk. Tegenwoordig ontstaan er steeds meer wijkinitiatieven die gekoppeld worden aan het onderwijs. Dit betekent niet dat rekenen en taal minder belangrijk worden, maar wel dat scholen een grotere maatschappelijke rol kunnen spelen.

Dit sluit aan bij onze visie op levenswaardig leren en bij omgevingsonderwijs. Hierbij wordt de directe omgeving actief betrokken bij het onderwijs en worden kinderen gestimuleerd om ontdekkingen te doen en zich te verwonderen. Maar het werkt ook andersom, want de buurt kan ook een actievere rol gaan spelen binnen de school.

Als ik heel optimistisch ben, dan zie ik de rol van burgerschapscoördinator uitgroeien tot een vaste functie naast andere onderwijsfuncties in het basisonderwijs. Een coördinator die niet alleen binnen de school werkt, maar ook naar buiten treedt en de verbinding legt met de wijk en samenleving. Dat is mijn ideaalbeeld!”