Opleidingscoördinator en onderzoeker Annemiek de Jonge over haar promotie en drijfveren

Een zwart gat. Lachend vertelt Annemiek de Jonge dat ze na bijna negen jaar promoveren moet uitkijken dat ze dáár niet invalt. Begin april was haar promotie aan de Theologische Universiteit Kampen en daarmee is haar boek ‘Als een madeliefje tussen de straatstenen’ verschenen. Wat heeft Annemiek geleerd en wat gaan we op Hogeschool Viaa daarvan merken?

In de kranten en op social media heeft iedereen erover kunnen lezen. Annemiek deed onderzoek naar missionaire gemeenschapsvorming. Het draait om het beschrijven, interpreteren en evalueren van soteriologische en ecclesiologische opvattingen van practitioners in twee praktijken van missionaire gemeenschapsvorming. Een zin die menig mens een paar keer goed moet lezen om het te vatten. Annemiek begrijpt dat het voor veel mensen niet een interessant boek is. Als praktijkmens, hoe ze zich zelf ook ziet, houdt ze ervan om praktisch te schrijven: wat kan iemand er morgen mee? “Maar”, vertelt ze: “promoveren is wetenschappelijk onderzoek doen. Theologie is een talige wetenschap. Dat betekent dat je zorgvuldig moet zijn in taal. Alles wat je vindt, moet je onderbouwen en literatuur voor vinden. Soms geeft een komma op de verkeerde plek al een foute interpretatie. Dat vond ik in het begin moeilijk. Ik had de neiging om snel en radicaal ergens iets van te vinden. Door het promoveren heb ik geleerd om minder snel te zijn, langer te luisteren en genuanceerder te formuleren.”

Je was, negen jaar geleden, docent missionaire gezondheidsvorming, gemeenteopbouw en zending toen je startte met je promotieonderzoek. Waarom wilde je promoveren?
“Ik ben iemand die nieuwe uitdagingen nodig heeft. Het liefst projecten waar ik buikpijn van krijg. Iets nieuws, anders en groots! In die tijd waren er verschillende collega’s die zeiden: ‘Zou jij niet eens gaan promoveren?’. In eerste instantie leek het mij vooral theoretisch en ingewikkeld. Tot Stefan Paas, professor missiologie en kerkvernieuwing aan de VU en de TU Kampen, mij uitdaagde om een A4 te schrijven met in een paar regels waar ik nieuwsgierig naar was en wat ik zou willen onderzoeken. Na dat A4tje was Stefan enthousiast en wilde hij dat ik het verder ging uitwerken. Zo rolde ik erin en bleek ik het leuk te vinden. Zodoende ligt er vandaag de dag een proefschrift. Daar zijn jaren overheen gegaan, omdat ik naast het promoveren wilde blijven werken en het contact met de studenten wilde behouden. Dus niet alleen in de studeerkamer diepe gedachten hebben. Ik heb gesprekken nodig om verder na te denken.”

Je hebt nu de hoogst academische graad behaald. Wat wilde je worden toen je klein was?
“Op mijn twaalfde zei ik tegen mijn moeder: ‘Ik word denk ik dominee’. Ik wilde iets met mensen doen. Als gezin hoorden we bij de vrijgemaakte kerk en gingen er in die tijd helemaal geen vrouwen voor, maar mijn moeder voelde niet de neiging om daar een opmerking over te maken. Jaren later, op het vwo, wilde ik medicijnen studeren om tropenarts te worden. Dat leek me leuk en goed om te doen. Tot ik erachter kwam dat ik de geestelijke gezondheidskunde veel interessanter vond. Zo kwam ik bij Theologie uit. In deze studie zit alles: psychologie, pedagogiek en natuurlijk religie. Na deze opleiding had ik veel zin om in de praktijk aan de slag te gaan. Ik heb vijf jaar bij jongerenorganisatie YMCA gewerkt en kwam daarna bij Hogeschool Viaa terecht. Op deze hogeschool kan ik nadenken én in de praktijk aan de slag zijn. Voor mij de ideale combinatie.”

Kun je meer vertellen over je werk bij Hogeschool Viaa?
“Ik begon ooit met lesgeven, maar vandaag de dag sta ik bijna niet meer voor de groep. Ik coördineer veel, dat betekent dat ik ervoor zorg dat de docenten bij Theologie hun lessen kunnen geven en ik doe beleidsmatige klussen. Zo ben ik medeverantwoordelijk voor het curriculum van de opleidingen Social Work en Theologie. Én sinds twee jaar werk ik bij het lectoraat van Health Care. Dat betekent dat ik onderzoek doe en ervoor zorg dat ik nieuwe onderzoeken naar binnen trek. Als Hogeschool Viaa hebben wij expertise in zingeving en gezondheidszorg. Het unieke is dat we als hogeschool gewend zijn om praktijkgericht onderzoek te doen. Universitaire onderzoekers hebben de neiging om dikke rapporten te schrijven. Wij bedenken liever een toolbox zodat we, bijvoorbeeld, de verpleegkundigen helpen bij wat ze kunnen doen bij een palliatieve patiënt die zingevingsvragen heeft. De Theologie heeft de neiging om diepe gedachten te ontwikkelen, maar die komen de mensen in de praktijk niet tegen. In mijn proefschrift zie je deze werkwijze ook weer terug.”

Gaan studenten iets in je werk aan je merken, nu je gepromoveerd bent?
“Laatst zei een vrouwelijke deeltijdstudent Theologie tegen mij: ‘Bijzonder dat u in de Theologie gepromoveerd bent. U bent een voorbeeld voor veel vrouwen’. Dat vond ik leuk om te horen. Er zijn inderdaad slechts drie vrouwen die mij voor zijn gegaan aan de TU Kampen. Praktijkgericht onderzoek doen binnen de Praktische Theologie, was ook nieuw en bijzonder. Ik vind dat als theologen alleen zeggen dat Theologie met de Bijbel, bidden en Bijbellezen te maken heeft, je God tekortdoet. God heeft te maken met jou en mij. Ik geloof dat Hij de dragende kracht onder alles is. Ik hoop dat ik in mijn werk kan laten zien dat dat zo is, ook (en misschien juist) als we in ons leven verdriet en pijn ervaren. Dat mensen ervaren aan mij dat theologie van betekenis is voor goed samenleven en duiding geeft aan wat mensen ervaren. Misschien heb ik niet direct impact in de individuele levens van de studenten, want door mijn werkzaamheden spreek ik hen minder. Maar ik hoop hierin, Hogeschool Viaa breed, zeker een bijdrage te leveren.”

Wat heeft het onderzoek in je persoonlijke geloofsleven gebracht?
“Ik heb meer woorden kunnen geven aan wie God voor mij is en wanneer ik hem ervaar. Ik ben daar ook rustiger in geworden. Je gelovigheid wordt niet afgemeten aan de uren stille tijd die je houdt en God is er niet alleen in die diepgelovige momenten dat jij je aangeraakt voelt. Je kunt op alledaagse momenten op zoek gaan naar sporen van Zijn Koninkrijk, en die sporen zijn juist ook te vinden in ervaringen van lijden en pijn; als alles niet zo mooi gaat als jij dacht dat het had moeten gaan. Kortom: ik heb een breder beeld van God ontwikkeld. Met meer rust en openheid naar anderen.”

Annemiek de Jonge (44) werkt sinds 2008 op Hogeschool Viaa. Ze is opleidingsmanager van de opleiding Theologie en onderzoeker bij het lectoraat Zorg en Zingeving. Annemiek is getrouwd en moeder van drie kinderen. Het gezin woont in Nijkerk.