Column door Els Bos-de Groot MSc
De tegenpool van dwang is niet vrijheid maar verbondenheid
Column door Els Bos-de Groot MSc
Een paar maanden geleden hielden we als docenten en onderzoekers een brainstorm over het onderwerp voor het werkveldevent dat op 7 juni plaatsvindt. In de uitwisseling hebben we het over jongeren én studenten die het zwaar hebben. Jongeren die we kennen vanuit ons hulpverlenings-, opleiders- en begeleidingswerk en die te kampen hebben met ernstige ontregeling, zoals depressieve klachten, suïcidale gedachten, eetproblematiek. We herkennen het in onze eigen professionele praktijk en die van (master)studenten, bijvoorbeeld jongeren die dermate ernstige problematiek laten zien dat een gesloten plaatsing de enige oplossing lijkt te zijn. Dat onze jongeren en studenten zo kunnen worstelen met het leven raakt ons. De jeugd heeft immers de toekomst?!
Thuis vertelt onze zoon dat een vriend van een vriend suïcide heeft gepleegd. De jongen zal ongeveer begin 20 zijn geweest. Hij zag blijkbaar geen toekomst voor zich. We kennen de jongen niet, maar we voelen verslagenheid. Ook komen er vragen op als: was er geen goede hulp voor hem?
Met de kerngroep Jeugd besluiten we dat het zinvol is om dit jaar aandacht te geven aan de worstelingen van jongeren en studenten met het leven, ernstige ontregeling en wat hierbij helpend is.
Ook Robert Vermeiren, hoogleraar Kinder – en Jeugdpsychiatrie en verbonden aan het LUMC Leiden, heeft zorgen over de psychische kwetsbaarheid van jongeren die volgens hem tegenwoordig erg is toegenomen; depressie, suïcidegedachten, automutilatie, eetproblematiek. Vermeiren (bekend van Zomergasten, 2021) geeft in een interview van april j.l. met LECK aan dat hij merkt dat iedereen wel een kind kent dat het moeilijk heeft. Ook bij zijn eigen studenten (geneeskunde) ziet hij dat mentale problemen een groot probleem zijn, bij meisjes meer dan bij jongens. Van alle jongeren heeft 17% serieuze zelfdodingsgedachten (bron: RIVM sept 2023). Vermeiren noemt meerdere problemen die ertoe leiden dat jongeren het moeilijk hebben, waaronder de coronaperiode en het gebruik van de smartphone. Maar ook het perspectief voor jongeren, dat “niet meer, maar minder” is wat betreft bijvoorbeeld de sociaal-economische situatie. Daarnaast is er het perfectionisme waar veel jongeren mee worstelen, bij meisjes speelt ook nog extra druk op het perfecte uiterlijk mee. Veel jongeren hebben geleerd dat het steeds beter kan. De hang naar perfectionisme zorgt voor een continue worsteling en ontevredenheid over het eigen functioneren, een ‘zelfdruk’ die jongeren zichzelf opleggen, maar die ook wordt opgelegd door de maatschappij en de sociale media: je moét het maken, je hebt zelf autonomie. De vraag is of jongeren deze autonomie wel aan kunnen en of niet te snel gedacht wordt dat als het niet gaat het hun eigen schuld is. Dit maakt de wanhoop en eenzaamheid alleen maar groter. Jongeren kunnen zich daarbij onbegrepen voelen door hun omgeving. In een aantal situaties wordt door de hulpverlening ingegrepen met dwang, wat echter in de meeste situaties geen oplossing is of het nog erger kan maken.
Ik reflecteer op de ontwikkeling van mijn eigen kinderen, al uit huis, werkend en studerend in Amsterdam en Rotterdam. Uitdagingen van het leven komen ook op hen af, bij de een meer dan bij de ander. Gebruik van smartphone toen ze jonger waren, omgaan met maatschappelijke druk, nog steeds. Ik bedenk me dat ik het gesprek hierover met hen nu extra waardeer.
Vermeiren geeft in zijn interview aan dat het belangrijk is dat we tegemoet komen aan de behoefte van jongeren aan erkenning en herkenning, dat we het gezonde deel van de kinderen en jongeren aanspreken, en oog krijgen voor keerpunten in het leven. Als hulpverlener moet je dan ook primair oog hebben voor degene die voor je zit en daarnaast kennis van de problematiek. Jongeren moeten vaak nog een drempel over en het is belangrijk dat ze daarbij geholpen worden. Hen liefde, voorspelbaarheid en veiligheid geven is belangrijk, met kaders en duidelijkheid.
Hoe we jongeren en ouders goed kunnen begeleiden bij ernstige ontregeling willen we graag uitwerken op het werkplaatsevent van 7 juni. Hiervoor hebben we Anne Pelzer en Kathelijne van Dongen uitgenodigd. Dr. Anne Pelzer is Kinder-en Jeugdpsychiater, zij werkt op een High Intensive Care-afdeling voor kinderen en jongeren met psychische problemen. Ze heeft een boek geschreven: “Veilig verbinden”. Ze zal op 7 juni ingaan op de context waarin problemen bij jongeren zich voordoen. Kathalijne van Dongen is systeemtherapeut en winnaar van de Jan Mokkenstormprijs van 2023. Ze begeleidt groepen bij het LUMC voor ouders vanuit het perspectief van ‘Verbindend gezag’. Kathelijne gaat samen met een vader en zijn dochter vertellen hoe zij werken aan ‘samen helen’.
Je bent van harte uitgenodigd voor dit werkplaatsevent op Hogeschool Viaa. Via de link hieronder vind je meer informatie en kun je je aanmelden.
Werkplaatsevent en masterclass Veilig verbinden, samen helen.
Els Bos-de Groot, onderzoeker bij het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken