KING-organisaties

Dit project betreft zogenoemde king-organisaties: kleine, informele, niet-gesubsidieerde organisaties en wel in het sociaal domein. Te denken valt hierbij aan zorg- en welzijns-organisaties, waarbij ‘informeel’ staat voor werkend met vrijwilligers of anderszins onbetaalde krachten. ‘Niet-gesubsidieerd’ wordt in de praktijk van dit onderzoek wat breder opgevat: niet of voor een klein deel. Vanwege hun omvang gedragen deze king-organisaties zich vaak niet als koningen, maar stellen ze zich vrij bescheiden op, hoewel hun impact op het leven van individuen of groepen die zij bedienen groot kan zijn.

Voor elke organisatie is het essentieel gezien te worden. Niet alleen geldt dit ten aanzien van afnemers van zijn diensten (klanten, hulpvragers, gebruikers), maar ook voor instellingen in eenzelfde werkgebied, waarbij ‘werkgebied’ zowel ‘branche’ kan betekenen als ‘locatie’. Afhankelijk van de aard en de grootte van de organisatie kan het daarnaast noodzakelijk zijn door personeel gevonden te kunnen worden (zowel professionals als wellicht vrijwilligers), terwijl men ook strategische contacten dient te onderhouden met bijvoorbeeld de overheid op lokaal of provinciaal niveau.

Het zogenaamde ‘voorliggende veld’ wordt veelal bespeeld door semi-professionele en vrijwilligers-organisaties. Die hebben alle belang erbij zich niet alleen te profileren binnen het professionele speelveld (bestaande uit zowel (grotere) welzijnsorganisaties en zorg-instellingen als ook de overheid), maar zich ook in de kijker te spelen bij vrijwilligers; hetzelfde kan gelden richting potentiële cliënten of gebruikers van hun (welzijns)diensten.

De vindbaarheid voor (strategische of branche-inhoudelijke) partners en voor vrijwilligers is van groot belang voor king-organisaties, maar het lijkt in de praktijk moeilijk voor hen om dit te realiseren.

Waar lopen king-organisaties op dit vlak tegen aan, wat werkt belemmerend en hoe zouden de nadelen van het minder in de peiling zijn bij overheden en andere zorg- en welzijnsorganisaties omgebogen kunnen worden tot iets positiefs? Hoe kunnen ze zichzelf onder de aandacht van vrijwilligers en gebruikers brengen?

Het unieke van dit project is dat een deel van de dataverzameling (interviews) zal gebeuren door medewerkers van king-organisaties zelf (met een financiële compensatie). Ze kijken bij concullega’s achter de voordeur. Wat en hoe ze precies bij elkaar gaan uitvragen, opdat het wel allemaal veilig blijft, bepalen ze samen met de lectoraats-onderzoeker.

Het project start vanaf 2025 en rond de zomer komen we tot een afronding met publicaties en presentaties.

Voor meer informatie, bijvoorbeeld om deel te nemen aan dit onderzoek, mail gerust!