Boeken inspiratie
We lezen eens in het kwartaal met elkaar een boek dat van betekenis is voor de onderwijspraktijk. Het doel is de inhoud van het boek te vertalen naar de dagelijkse praktijk. We ontdekken met elkaar nieuwe inzichten, delen gedachten en hebben een inspirerende tijd met elkaar.
Besproken boeken
Het Onderwijsvragenboek
Auteurs : Claire Boonstra en Claudette de Graaf Bierbrauwer
Co-auteur: Nanda Carstens
Het Onderwijsvragenboek is een onderzoek naar het waarom in onderwijs, naar de historische achtergrond, naar de voor- en nadelen en de mogelijke alternatieven. Want pas nadat we onszelf deze fundamentele vragen hebben gesteld, kunnen we doelbewuste keuzes maken over de invulling van onderwijs.
Socrates op sneakers
Auteur: Elke Wiss
Met Socrates op sneakers tackelt praktisch filosoof Elke Wiss de kunst van een goed gesprek. In een tijd waarin iedereen door elkaar roeptoetert en meningen al snel dezelfde waarde als feiten krijgen, is de verbinding vaak ver te zoeken. We proberen de ander eerder te overtuigen van ons gelijk dan dat we samen op zoek gaan naar wezenlijke antwoorden. Veel van onze gesprekken hebben daardoor meer weg van een debat dan van een dialoog. We praten liever dan dat we luisteren, voor vragen stellen hebben we geen tijd. En toegeven iets niet te weten is al helemaal geen optie. Hoe mooi zou het zijn als je op elk moment en in iedere situatie weet hoe je precies díé vraag stelt die leidt tot een goed gesprek?
Lef om te luisteren
Auteur: Russel Quaglia en Michael Corso
Iedereen heeft dromen voor de toekomst, ook jouw leerlingen. Weet jij wat hun dromen zijn? En draagt jouw onderwijs bij aan het waarmaken ervan? Hoe luister je nou écht naar leerlingen? Veel scholen vinden leerlingbetrokkenheid belangrijk. In de praktijk blijft dit echter vaak be¬perkt tot de leerlingenraad of een leerlingenquête. Russell Quaglia en Michael Corso laten in dit boek zien hoe je leerlingen daadwerkelijk een stem geeft in het onderwijs. Op basis van gesprekken met duizenden leerlingen, van primair tot universitair onderwijs, ontwikkelden ze het aspiratiemodel, waarin duidelijk wordt welke condities scholen kunnen creëren om leren betekenisvol te maken.
Ik ben ook een mens
Auteur: Joop Berding
Joop Berding presenteert in dit boek op een zeer aansprekende manier drie klassieke denkers over de opvoeding: Janusz Korczak, John Dewey en Hannah Arendt. Weliswaar zijn zij belangrijke figuren uit een voorbije tijd, maar door de manier waarop Berding ze samen ten tonele voert blijken ze ineens een grote inspiratiebron te vormen voor hedendaagse opvoeding en onderwijs. Is een kind van zichzelf al een sociaal functionerend mens, of moet het daartoe worden opgevoed? Is het onderwijs bedoeld om de wereld te verbeteren? En waaraan ontlenen docenten hun pedagogisch gezag?
De zin van het bestaan
Auteur: Viktor E. Frankl
Viktor Frankl beschrijft in het eerste deel van deze nog steeds actuele klassieker zijn aangrijpende ervaringen in het concentratiekamp, waar hij zijn familie en zijn geliefde vrouw verloor. In het tweede deel introduceert hij zijn logotherapie, een uiterst humane vorm van psychiatrie die is gebaseerd op het streven van de mens om een hogere, definitieve betekenis aan het leven te geven. Voor iemand die jarenlang niets anders dan lijden en de macht van het kwaad heeft gezien, is Frankl verrassend optimistisch over het vermogen van de mens om zich boven het lijden te verheffen, door de keuze ‘het lijden waardig te zijn.’
Wie ben je? Wie wil je zijn als leraar?
Auteurs: Tonnis Bolks en Ingird Paalman
Tonnis Bolks en Ingrid Paalman schreven het boek ‘Wie ben je? Wie wil je zijn als leraar?’ Dit boek wil je – als (aanstaand) leraar – helpen om je persoonlijk meesterschap te ontwikkelen. Dat begint met het ontdekken van je eigen stem. Persoon, professional en praktijk worden aan elkaar verbonden via de uitwerking van de begrippen luisteren, leren en leiden. Uiteindelijk komt het bij elkaar in de kern van leren en ontwikkelen: het raken van het hart.
Het is aan ons
Auteur: Merlijn Twaalfhoven
In ‘Het is aan ons’ laat Merlijn Twaalfhoven zijn licht schijnen op hoe kunst kan helpen de wereld te veranderen. Eenieder van ons kan bijdragen aan het oplossen van kleine en grote wereldproblemen. Als componist en theatermaker organiseerde hij overal ter wereld onalledaagse, prikkelende voorstellingen. We reizen met hem mee, naar een vluchtelingenkamp in Jordanië, een huiskamerfestival in Jeruzalem, een oude fabriek in Zaandam, de Carnegie Hall in New York en een VN-conferentie in Alpbach. Onderweg wordt duidelijk waarom schoonheid en verwondering een plek verdienen in ons dagelijks leven.
Doen wat goed is
Auteur: Sophie Albers en Albert Jan Kruiter
De publieke zaak is op drift. Decentralisaties in het sociale domein die de gemoederen bezig houden. Wachtlijsten bij zorgaanbieders en financiële tekorten bij gemeenten. Woningnood en perikelen bij de belastingdienst. Tegelijkertijd vinden professionals dagelijks de publieke zaak van de toekomst uit. Door slim te laveren tussen regels en ruimte helpen ze mensen met problemen. Daar moeten we het van hebben. Sophie Albers en Albert Jan Kruiter pleiten voor een nieuw paradigma om de wijze praktijken van deze professionals te herkennen, erkennen, waarderen en beter te benutten.
Leren van kunst
Auteurs: Olga Potters en Suzan Lutke
Creativiteit met verbeeldingskracht als fundament is van groot belang voor opgroeiende kinderen. Creativiteit is een ingewikkeld begrip. Als je het vastlegt, in leerlijnen verwoordt of in stappen beschrijft, kan het als los zand tussen je vingers wegsijpelen. Toch kun je veel dingen doen en leren om de creativiteit van je leerlingen vleugels te geven. Over hoe je dat doet in het basisonderwijs gaat Leren van kunst. Leren van kunst laat in drie delen zien dat creativiteit heel goed gedijt bij dit soort ruimte en de verbindende factor is tussen de verschillende 21e-eeuwse vaardigheden. Het ‘Waarom’ gaat in op het maatschappelijk belang van dit boek. Vervolgens beschrijft het ‘Wat’ het theoretische fundament, gebaseerd op het onderzoek Didactiek 21e eeuw (D21). Tot slot biedt het ‘Hoe’ praktische suggesties voor in de klas.
Als elke stem telt
Auteurs: Karien Dommerholt, Adrian Roest en Robert Tannemaat
Hoe werken we samen op een manier die goed is voor álle betrokkenen? Voorbij polderen, meeste stemmen gelden of macht-over. En vooral voorbij wantrouwen en een cultuur waarin systemen belangrijker zijn geworden dan mensen. Hoe zou het zijn als elke stem in jouw team wordt gehoord?
In dit boek zie je hoe je met oog voor de menselijke maat effectief en plezierig kunt samenwerken.
In drie delen; Hart, Hoofd en Handen, lees je hoe je:
- gedoe in samenwerking duurzaam kunt veranderen;
- psychologische veiligheid in je team of organisatie creëert;
- met een praktische en bewezen aanpak direct zelf aan slag kunt om alle stemmen te laten tellen.
Wereldgericht onderwijs
Auteur: Gert Biesta
Onderwijs is niet alleen bedoeld om leerlingen toe te rusten met de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om zich staande te kunnen houden in de wereld. De wereld is ook de plaats waar ons menselijk bestaan zich afspeelt en waar kinderen en jongeren voor de uitdaging staan om hun eigen leven te leiden. Daarom zou onderwijs niet kindgericht, leerstofgericht of toekomstgericht moeten zijn, maar dient het altijd te werken vanuit een wereldgerichte oriëntatie. In de zeven hoofdstukken van dit boek laat Gert Biesta zien waarom onderwijs wereldgericht dient te zijn, wat dit betekent voor de onderwijspraktijk, en wat dit vraagt van de leraar. Hij laat zien dat lesgeven ertoe doet, met name om de aandacht van leerlingen te vestigen op de wereld en op wat de wereld van hen vraagt. De school komt daarmee in beeld als de ruimte en tijd die we aan de nieuwe generatie ter beschikking stellen om de wereld, en zichzelf in relatie tot die wereld, te ontmoeten. De mate waarin de samenleving die ruimte en tijd nog beschikbaar wil stellen, is een belangrijke indicator van haar democratische kwaliteit. Gert Biesta is als hoogleraar werkzaam bij de Moray House School of Education and Sport van de University of Edinburgh en verbonden aan het Centre for Public Education and Pedagogy van de National University of Ireland at Maynooth.
Dansen met oma
Auteur: Monnique Haak
Een meisje gaat graag bij oma op bezoek. Dan dansen ze samen zwierend met hun armen en draaien ze rondjes tot ze duizelig zijn. Maar als oma er niet meer is, stopt het meisje met dansen. Tot ze een dansend jongetje ontmoet … Een sfeervol boek over het verlies van een dierbare, voor kinderen vanaf 5 jaar.
Natriltijd – Terugbuigen na de storm
Auteur: Riet Fiddelaers-Jaspers
Natriltijd is geschreven voor iedereen die geconfronteerd wordt met stormen in het leven, voor mensen die moeten buigen voor het lot waar ze niet om gevraagd hebben. Daarnaast is het een houvast voor professionals in de gezondheidszorg, hulpverlening, het bedrijfsleven en onderwijs. En voor professionals die zelf door zware stormen getroffen werden, zoals de zorgverleners tijdens de coronacrisis. Riet Fiddelaers-Jaspers verbindt zich al ruim vijfentwintig jaar met mensen die een grote storm in hun leven meemaken. Ze is zeer betrokken bij mensen en organisaties die een ingrijpende gebeurtenis meemaken en het leven weer willen oppakken. Dat doet ze met heel haart hart als rouw- en traumatherapeut maar op de eerste plaats als mens.
De achterkant van het onderwijs
Auteur: Marjon Velsink en Melanie Philips
Wanneer een kind thuis komt te zitten van school, start voor het kind en zijn ouders soms een jarenlange zoektocht naar oorzaak en oplossing. Er is vaak hulp op de weg die afgelegd wordt, maar op sommige momenten kan het ook voelen alsof je wordt tegengewerkt. Diagnoses en de daarbij behorende ‘etiketjes’ openen deuren die anders gesloten blijven. Aan de andere kant worstelen scholen met de problematiek rondom leerlingen die om uiteenlopende redenen thuisblijven. Docenten en zorgcoördinatoren lopen soms hard tegen de grenzen aan van wat hun school kan inzetten om een leerling op school te houden en goede ondersteuning te bieden. In ‘De achterkant van het onderwijs’ wordt de thuiszittersproblematiek in kaart gebracht en vervolgens van verschillende kanten belicht. Zorgcoördinatoren en onderwijsinspectie komen aan het woord, en vooral ook jongeren die zelf deze moeilijke route hebben afgelegd, met vaak een positieve uitkomst. Hoe hebben zíj het thuiszitten en de hulpverlening daaromheen ervaren? Uit deze interviews wordt duidelijk wat werkt en wat niet. De lessen en tips voor jongeren, hun ouders, scholen, hulpverleners en gemeentes kunnen handvatten bieden voor de discussie rond en verdere aanpak van dit onderwerp. De auteurs wijzen geen vinger naar waar het fout gaat, maar doen aanbevelingen voor de verschillende doelgroepen. Het geeft ons allemaal stof tot nadenken. Kortom: Een must voor iedereen die met ‘thuiszitters’ in het voortgezet onderwijs te maken heeft. Marjon Velsink en Melanie Philips zijn collega-docenten in het middelbaar onderwijs. In die hoedanigheid maar ook privé hebben zij ervaring met thuiszitters.
Professioneel communiceren met ouders en kinderen
Auteur: Tonnis Bolks
Als (aanstaand) leerkracht in het primair onderwijs moet je van alles weten en kunnen. Het samenwerken met ouders wordt daarin een steeds belangrijker onderdeel. Betrokkenheid van de ouders bij de school komt de ontwikkeling van de kinderen ten goede. Door ouders als partners te beschouwen kunnen leerkrachten op een positieve manier die betrokkenheid vergroten. Professioneel communiceren met ouders is daarvoor een eerste vereiste, en dat staat in dit boek centraal.
In de eerste hoofdstukken wordt de theorie neergezet. Daarbij worden de onderwerpen ‘school en ouders’, ‘communiceren’ en ‘gesprekken met ouders’ behandeld. Uitgebreid wordt ingegaan op de ouderschapstheorie en de vraag daarbij is: wat is typisch voor ouders en hoe kunnen leerkrachten daar rekening mee houden?
Communiceren met ouders vraagt van de leerkracht een houding waarin afstemming en vertrouwen een grote rol spelen. Deze twee houdingsaspecten komen in het tweede deel naar voren. In de laatste hoofdstukken komen de vaardigheden aan bod. Hoe voer je een gesprek met ouders? Welke interventies kun je daarbij toepassen en wat doe je als het communiceren lastig wordt?
Door middel van 22 talige en creatieve (reflectie)opdrachten wordt betekenis gegeven aan de ervaringen, de gevoelens, de gedachten en de motieven die een rol spelen binnen de communicatie met ouders. Daarbij komen persoonlijke kwaliteiten en leerpunten naar voren.
De lerende mens
Auteur: Jurjen van der Helden en Harold Bekkering
Passend onderwijs, Engels in groep 1, iPad-scholen – de vernieuwingen in het onderwijs buitelen over elkaar heen. Maar hoe leert de mens eigenlijk? En passen de vernieuwingen daar wel bij? Over deze onderwerpen gaat De lerende mens.
Neurowetenschappers Van der Helden en Bekkering schetsen op toegankelijke en vaak vermakelijke wijze belangrijke inzichten ten aanzien van de lerende mens, beginnend bij Aristoteles en Nietzsche en eindigend bij de meest recente neurowetenschappelijke onderzoeken. De auteurs laten zien hoe het brein leert en hoe belangrijk menselijke autonomie en sociale verbondenheid zijn voor optimaal leren. Zij bieden handreikingen voor de educatieve praktijk op het gebied van taal en rekenen, maar ook voor de grote rol van sociale interactie daarin. Daarnaast zal een goed begrip van de gevolgen van belonen en straffen docenten en ouders helpen bij hun uitdagende taak. De sleutel tot beter onderwijs ligt volgens de auteurs in het optimaal aansluiten bij de individuele verschillen en het creëren van een sociale omgeving waarin ieder kind tot zijn recht komt.
Woorden, waarden en werkelijkheid – Leidinggeven aan waardengericht werken in scholen
Auteur: Inge Andersen, Lisette Uiterwijk-Luijk en Kees van der Vloed (red.).
Dit boek gaat over de huidige complexe samenleving die ingewikkelde vraagstukken de school in brengt. Daarbij is niet altijd direct duidelijk wat het probleem is en wat het juiste is om te doen. Er spelen vaak diverse, soms tegengestelde belangen een rol. Het vinden van antwoorden en oplossingen op zulke vraagstukken kan dan ook niet gedragen worden door één leraar of door één formele leider. Er zijn verschillende perspectieven nodig en tegelijkertijd ook gezamenlijkheid en verbinding.
Van individueel naar inclusief onderwijs
Auteur: Bert Wienen
Steeds meer kinderen krijgen vormen van jeugdhulp en steeds meer kinderen worden verwezen naar verschillende vormen van speciaal onderwijs. Bovendien blijkt uit allerlei studies dat kinderen de afgelopen jaren angstiger en depressiever zijn geworden. En dat terwijl de aandacht voor welbevinden, veerkracht, de nadruk op samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp flink is toegenomen. Net als het aantal zelfhulpboeken voor kinderen. Wat betekent dit als we toe willen naar meer inclusief onderwijs? In dit boek houdt Bert Wienen een kritisch pleidooi tegen het benadrukken van de mentale kwetsbaarheid en het bevorderen van meer veerkracht als politieke oplossing daarvoor. Alle nadruk ligt momenteel op ‘dat wat het kind (nodig) heeft’. Waardoor de belangrijke vraag: ‘Wat kunnen wij als context doen?’ te weinig wordt gesteld. De slinger lijkt te zijn doorgeslagen naar de focus op het individuele kind. Wat moeten we doen om de focus weer te leggen op de kracht van gewoon heel goed onderwijs en dus het belang van de leraar? Want daar ligt de sleutel voor beter en meer inclusief onderwijs. Dit boek is geschikt voor professionals die met en voor kinderen en jongeren werken, zoals leraren, intern begeleiders, schoolleiders, bestuurders en zorgcoördinatoren. Maar ook beleidsmedewerkers van gemeenten en jeugdhulpinstanties. Eigenlijk iedereen die verantwoordelijkheid heeft in het opvoeden en begeleiden in de groei van kinderen en jongeren. Veelal mensen die dagelijks ervaren dat het eigenlijk anders moet. Bert Wienen heeft een brede opleidingsachtergrond als psycholoog, onderwijswetenschapper en bedrijfskundige, is gepromoveerd in de ontwikkelingspsychologie en heeft ervaring in de jeugdhulp en het onderwijs. Hij is wetenschapper, adviseur voor scholen, gemeenten en jeugdhulp, en oprichter van het Instituut voor Inclusief Onderwijs.