Zelfeffectiviteit van leraren voor inclusieve onderwijspraktijken

Inclusief onderwijs betekent dat alle kinderen, ongeacht hun achtergrond of behoeften, samen naar school gaan. Dit is een belangrijk doel, gebaseerd op internationale afspraken zoals het VN-verdrag over de rechten van het kind. In Nederland wordt gestreefd naar volledig inclusief onderwijs in 2035, maar in de praktijk is dit nog niet zo makkelijk. Veel kinderen gaan naar het speciaal onderwijs of zitten zelfs thuis omdat er geen passende plek voor hen is op school (Balans, 2025).

Leraren spelen een grote rol om inclusieve onderwijspraktijken vorm te geven.  Zij moeten goed kunnen inspelen op de verschillen tussen kinderen. Dit vraagt om vertrouwen in hun eigen kunnen (ook wel ‘zelfeffectiviteit’ genoemd) en om een school die hen daarbij ondersteunt. Onderzoek laat zien dat werkervaring, scholing en de schoolcultuur hierbij helpen, maar we weten nog niet precies welke factoren het belangrijkste zijn in een bepaalde context, en hoe we leraren hierbij het beste kunnen ondersteunen.

Elske Brouwer-Schudde, onderzoeker bij Hogeschool Viaa, werkt aan een promotieonderzoek naar een beter begrip van zelfeffectiviteit van leraren voor inclusieve onderwijspraktijken (o.l.v. promotor Prof. Dr. Anke de Boer en co-promotoren Dr. Floor Middel en Dr. Florianne Rademaker vanuit de Rijksuniversiteit Groningen). Verschillende onderzoeken kijken vooral naar schoolprestaties, maar school gaat om meer dan cijfers alleen. Je goed voelen in de klas, erbij horen en gemotiveerd blijven zijn minstens zo belangrijk. Daarom is het nodig om niet alleen naar het cognitieve aspect van onderwijs te kijken, maar juist ook naar hoe scholen en leraren een omgeving kunnen creëren waarin álle kinderen zich welkom voelen en zich zo optimaal mogelijk mogen vormen. Dit is wat Elske wil realiseren in haar promotieonderzoek.