Wat is volgens jou het grootste verschil tussen een intern begeleider en een kwaliteitscoördinator?

“De intern begeleider werd van oudsher vooral gezien als iemand die zich bezighoudt met de zorg van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en het begeleiden van leerkrachten die handelingsverlegen zijn. Maar die rol is sterk in ontwikkeling. De kwaliteitscoördinator kijkt veel breder. Natuurlijk blijft zorg onderdeel van het werk, dat is de rol van zorgregisseur. Maar veel ib’ers zijn vergeten dat er twee nieuwe rollen ook aandacht moeten krijgen: die van trendanalist en leercoördinator.  Wij helpen ze om die driehoeksverhouding steviger neer te zetten, zodat ze het totaalplaatje van de school in beeld krijgen en daarop kunnen sturen.

Je zoomt als kwaliteitscoördinator uit. Je kijkt met een helikopterview naar de hele school. Wat is er nodig om de onderwijskwaliteit duurzaam te versterken? Waar liggen patronen in ondersteuningsvragen? En hoe kunnen we daarop preventief inspelen, bijvoorbeeld met teamtrainingen of structurele verbeteringen? Je legt de kracht steeds meer terug bij de leerkracht, in plaats van zelf alles op te lossen. Dat vraagt om coördinatie, visie en afstemming met de schoolleiding. Je bent meer betrokken bij het onderwijskundig beleid.”

Hoe komen de drie rollen, leercoördinator, trendanalist en zorgregisseur, samen in de training? En waarom zijn ze zo belangrijk?

“Deze rollen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Veel ib’ers herkennen zich vooral in de zorgregisseur. Ze weten dat ze ook iets moeten met data, en ze doen bijvoorbeeld de schoolanalyse, maar daar houdt het vaak op. In de training helpen we hen om structuur aan te brengen in hun werkzaamheden én om de drie rollen in balans te brengen. Want juist door meer te doen met trendanalyse en leercoördinatie, kun je preventief werken en de zorgvraag verkleinen.

We geven deelnemers concrete handvatten: hoe werk je datagedreven, hoe bouw je een sterke ondersteuningsstructuur, hoe versterk je het team? En belangrijk: we laten ze zelf reflecteren op hun taken. Dat zorgt voor bewustwording én verandering. Je kunt niet alles blijven doen zoals je deed én daar nog andere rollen bij nemen. Dus moet je gaan kiezen, delegeren, coördineren. Die beweging maken we in de training.”

Wat zie je gebeuren bij deelnemers tijdens de training?

“Wat ik het meeste terugkrijg, is dat deelnemers inzichten en handvatten krijgen om hun rol echt anders vorm te geven. Ze komen vaak binnen met de vraag: ik weet dat mijn rol verandert, maar hoe geef ik dat concreet vorm? Tijdens de training brengen ze hun eigen praktijk in kaart, en dat leidt tot bewustwording: als ik meer wil doen als trendanalist en leercoördinator, dan moet ik iets anders gaan doen met mijn tijd en verantwoordelijkheden.

Aan het eind zie je dat ze meer overzicht hebben, sterker kunnen prioriteren en steeds vaker kiezen voor een preventieve aanpak. Ze leren hoe ze als kwaliteitscoördinator kunnen sturen op het grotere geheel met meer impact, zonder zelf overal tussen te hoeven zitten. En dat is precies wat scholen nodig hebben.”